Natuurhistorisch & Volkenkundig

NVM Oudenbosch

luffa klein

Een uniek onderdeel van de veelzijdige verzameling binnen het Natuurhistorisch en Volkenkundig Museum Oudenbosch is een collectie geprepareerde vruchten uit Nederlands-Indiƫ die werden gebruikt voor educatieve doeleinden. Bij sommige vruchten werd door kleine gaatjes het vruchtvlees verwijdert, waarna de schil een laagje hars kreeg. Andere werden gedroogd. Een voorbeeld is de Luffa.

De luffa komt uit de komkommerfamilie en heeft ook andere namen als loofah, nemwa, sponskomkommer of sponskalebas. De plant komt oorspronkelijk uit Zuidoost-Aziƫ. Als tropische plant houdt hij van warmte en vocht. Uit de gele bloemen, die wat groter worden dan de bij ons bekendere komkommers, groeien de vruchten. Onrijpe sponskomkommers bevatten een hoog gehalte aan saponines, bittere afdrijvende stoffen. Jonge luffas zijn eetbaar en zijn vergelijkbaar met augurken. Ze worden rauw gegeten, maar kunnen ook gekookt of gestoomd worden. Oudere vruchten worden gelig en smaken bitter.

Het bekendst is de luffa voor het gebruik als spons, een traditie die al duizenden jaren bekend is. Oude vruchten krijgen een houtachtige schil, het vruchtvlees veranderd in een harde droge klomp vezels. Na drogen kunnen de vaatbundels worden ontdaan van de schil en zaden. Wat overblijft is een biologisch afbreekbare natuurlijke spons. Toen de educatieve collectie werd opgebouwd was de luffa hier minder bekend, inmiddels zijn ze makkelijk verkrijgbaar bij de drogisterij. De broeders hebben meerdere exemplaren van gedroogde sponskomkommers verzameld. Bij de grootste is de oorspronkelijke structuur van de vrucht nog goed zichtbaar. Andere toepassingen zijn het gebruik als filter, vulling van bekledingen of inlegzolen.