Natuurhistorisch & Volkenkundig

NVM Oudenbosch

object van de maand november

De ontstaansgeschiedenis van de collecties van het Natuurhistorisch en Volkenkundig Museum Oudenbosch en het Nederlands Zouavenmuseum danken we aan de broeders van St. Louis, met name aan Broeder Christofoor van Langen. Tijdens een studiereis naar Rome groeide zijn belangstelling voor geschiedenis. Hij hield een nauwkeurig geregistreerde archeologische verzameling bij, waarvan we een kleine collectie stenen werktuigen deze maand uitlichten.Neanderthalers en de vroege moderne mens maakten gebruiksvoorwerpen van diverse soorten silica, steensoorten die bestaan uit siliciumdioxide. Het meest bekend is vuursteen, maar ook kwartsiet, agaat en jaspis waren bruikbaar. Het gesteente krijgt bij bewerking mooie scherpen randen, waardoor er veel handige werktuigen van gemaakt kunnen worden. We kunnen daarbij denken aan bijlen, klingen en pijlpunten. De gesteenten werden gevonden op het veld, maar ook zijn er in Nederland enkele vuursteenmijnen aanwezig uit deze tijd, in Rijckholt en Valkenburg.Broeder Christofoor verzamelde met zijn interesse voor archeologie onder meer gebruiksvoorwerpen uit de Steentijd. Een deel daarvan zijn gevonden in Limburg en Brabant en zijn zo’n 10.000 jaar geleden gemaakt.Op de bovenste rij wordt een gravettespits getoond uit Horn-Haelen stammend uit de Tjongercultuur. Daarnaast een krombeksteker uit Montfort afkomstig van de Hamburgcultuur. De twee gravettespitsen daarnaast zijn gevonden in Achtmaal op een verhoging in het landschap, de Hoge moer. In dit gebiedje zijn inmiddels duizenden lithische artefacten gevonden. Lithos is Oudgrieks voor steen.De tweede rij toont vondsten uit het Limburgse Neer en zijn vervaardigd uit Wommersom kwartsiet. Het is een fijn grijze kwartsiet uit het huidige Vlaams-Brabant. Het is uitermate geschikt om kleine werktuigen van te maken, zoals deze uit het Mesolithicum (Midden-Steentijd).

De vondsten op de derde rij zijn allemaal gedaan in Geldrop. Het is een bonte verzameling met Zonhovenspitsen, krabbers, een kling met muizentandretouche en andere werktuigen. De vierde bevat twee lemmets, een microliet, vier Zonhovenspitsen, een sterk geretoucheerde kling en een krabber uit Montfort. De tekeningen van deze vondsten zijn van de hand van broeder Christofoor.Op de onderste rij drie pijlpunten uit Limburg, eveneens uit het Mesolithicum. De mens leefde destijds als jager-verzamelaar. De pijlpunten werden gebruikt voor de jacht. Doordat Nederlands vuursteen door heel Europa de basis was voor gebruiksvoorwerpen en andersom in onze omgeving niet-lokale gesteentes gebruikt zijn, weten we dat er destijds al gehandeld werd.Naast dat we door het hele land stenen werktuigen terug vinden, zijn er meer sporen terug te vinden uit de Steentijd. Denk bijvoorbeeld aan het mannetje van Willemstad, een prehistorisch houten beeld. Bekend zijn uiteraard de Hunebedden in Drenthe, maar ook in Brabant hebben we een grafheuvel uit het Neolithicum. Naast grafheuvels uit de Bronstijd is bij Toterfout (nabij Veldhoven) een grafheuvel te zien uit de late Steentijd.Om onze geschiedenis beter te begrijpen is onderzoek belangrijk. Het zoeken naar prehistorische artefacten is aan regels gebonden. Grafheuvels en andere archeologische hotspots zijn beschermd. De erfgoedwet schrijft voor dat er een meldingsplicht is voor archeologische vondsten en de locatie waar ze gevonden zijn.