Natuurhistorisch & Volkenkundig

NVM Oudenbosch


juli GaaiOp 11 juli vieren onze Zuiderburen de Feestdag van de Vlaamse Gemeenschap. Op deze dag wordt de Guldensporenslag herdacht en dit jaar is het 50 jaar geleden dat de officiële symbolen van Vlaanderen werden herkend. Als er naar vogels gekeken wordt is er een bekend Vlaams vogeltje. Op zijn Brabants een ‘anniebroek’ (hannebroek), een Kempense benaming is ‘rotzak’, of wat te denken van ‘schreeuwekster’, maar hij is vooral bekend onder de naam ‘Vlaamse gaai.’

Als we naar de correcte benaming gaan kijken mag het ‘Vlaamse’ weg. De vogel heet kortweg gaai. Waar het voorvoegsel uit de bijnaam precies vandaan komt is niet helemaal bekend. Een mogelijke verklaring is in ons eigen land te vinden. Gaaien kunnen in onze regio ineens in grote getallen voorkomen. Komend vanuit het Zuiden zou de vogel dus afkomstig zijn uit Vlaanderen.
Een andere verklaring is in het verenkleed te vinden. De gaai heeft verschillende tinten, bruin, wit en grijs. De vleugels hebben prachtige blauwe vlakken. Het Franse ‘gai flammant’  verwijst naar de kleurenpracht en zou verbasterd zijn naar ‘Vlaamse gaai’. Het verenkleed zou doen denken aan de kledij van de vroegere gegoede burgerij uit het rijke Vlaanderen.

De Latijnse benaming voor de gaai is Garrulus glandarius, wat vertaald kan worden naar ‘voortdurend krassende eikelzoeker’. Eikels staan zeker op het menu en dat het beestje luidruchtig kan zijn blijkt ook uit de bijnaam schreeuwekster. Het krassen gebeurt met name in de winter, want in het broedseizoen is hij juist opvallend stil.

In ons museum zijn enkele gaaien te vinden met de bekende kleuren. Eén vogel lijkt echter iets te missen. De witte gaai is een bijzonder stuk in de collectie van het NVMO, er zijn maar weinig witte exemplaren bewaard gebleven. Deze witte kleur komt niet door een chloorbadje of ouderdom. Deze vogel leed aan albinisme, een aangeboren afwijking waarbij het pigment melanine ontbreekt.